De Keltische Godinnen Badb en de Morrigan kunnen zich transformeren in zowel een Raaf als een Kraai.
De Godin Badb wordt ook wel Oorlogskraai genoemd.
(Daimler Blz.48-49)
De naam van de Gallische oorlogsgodin Cathbodua betekend ook Oorlogskraai.
Odin heeft twee Raven, genaamd Huginn (gedachte) en Muninn (geheugen) die over de wereld rondvliegen en
Odin alles vertellen. Daarom wordt Odin ook wel de Ravengod genoemd
(Zie Beyens Blz.126-127 en
Wikipedia).
Kraaien en Raven kunnen in de oude mythologiën reizen van deze wereld naar de Andere Wereld,
ze zijn boodschappers van de Andere Wereld.
De zonnegod Lugh wordt gewaarschuwd door zijn Raven voor naderende vijanden bij de tweede slag van
Magh Tuiredh.
In het Oudengelse Beowulf epos
zien we de Raaf als een vrolijke ochtendvogel die Beowulf aan de overwinning helpt.
De Griekse zonnegod Apollo was tevens
verbonden met de orakels en had als vaste begeleider een Raaf, de vogel der waarzeggerij
(Zie: Moormann & Uitterhoeve Blz.48,
en Natuurtijdschriften.nl).
De Griekse Goden vluchtte ooit voor het monster Typhon
naar Egypte en veranderden zich in dieren, de God Apollo zou zich toen éénmaal in een Raaf veranderd hebben
(Sax Blz.46).
In het oude Persië zag men de Raaf als een incarnatie van Verethragna,
de God van winnende veldslagen. Ravenveren waren een geliefde talisman
(Sax Blz.54).
De Hindoestaanse Godin Dhumavati is verbonden met de Kraai.
Dhumavati betekend "De rokerige" en deze Godin is verbonden
met de leegte voor de schepping en na het einde daarvan. Vaak worden vooral haar ongunstige kanten belicht, doch de
Godin Dhumavati overstijgt illusoire scheidslijnen zoals gunstig en ongunstig
en heeft ook positieve kanten. Dhumavati rijdt vaak een kar getrokken
door Kraaien of wordt gedragen door een Kraai. Tevens de Hindoegod van de gerechtigheid
Shani zien we wel afgebeeld gedragen door een Kraai.
Kraaien worden in het Hindoeïsme ook beschouwd als representanten van de voorouders en tijdens de Sraddha (doodsrituelen)
wordt hen wel voedsel of pinda´s geofferd
(Zie TheHindu.com).
De Bijbelse profeet Elia wordt geholpen door Raven die door de Hebreeuwse God naar hem gezonden waren (1 Kon.17)
en in het evangelie van Lucas (Hfd.12:24) worden de Raven, gevoedt door de Hebreeuwse God zonder er voor te
hoeven werken, als voorbeeld gesteld (Beyens Blz.125).
De Raaf speelt ook een belangrijke rol in twee vloed verhalen; in het boek Genesis (Hoofdstuk 8:7) is het de
eerste vogel die losgelaten wordt om te kijken of het water al voldoende gezakt is, in het Gilgames epos
(Tabl.XI vers 150)
is de Raaf de laatste vogel die losgelaten wordt om te kijken of het water al voldoende gezakt is.
In beidde verhalen keert de laatst losgelaten vogel niet terug, zodat respectievelijk
Noach en
Utnapishtim weten dat het water gezakt is
(Sax Blz.35-36).
In de mythen van Inuit en stammen van de Amerikaanse noordwestkust schiep
de Tulungersag; Vader Raaf, de mensen en al het leven op aarde
(Beyens Blz.130
en (Sax Blz.93).
In een scheppingsverhaal van de Inuit steelt een Raaf
het licht van de Goden zodat we hier op aarde licht hebben
(Berge Blz.71 e.v.).
Vergelijkbare thema's komen we tegen in de Russische mythen rond de Ravengeest
Kutkh, die een rol speelt in de schepping en het ontstaan van het licht op Aarde.
In verschillende tradities vormen de Kraaien en Raven dus een connectie tussen deze wereld en de Andere Wereld.
Raven worden in veel mythen verbonden met de schepping, zijn brengers van het licht, handelen in opdracht van de Goden en
informeren de Goden over deze wereld.
Films en TV serie
Van het thema dat Kraaien kunnen reizen tussen de werelden is gebruikt gemaakt in de films en TV-serie "The Crow".
En jong stelletje wordt hierin beroofd en vermoord, waarna de vermoorde man met behulp van een kraai terugkeert
om het onrecht te bestrijden en de daders tot gerechtigheid te brengen.
Omdat hij gestorven is en met behulp van de kraai teruggekeerd is uit de Andere Wereld,
heeft hij speciale krachten en zolang de kraai gezond is, is hij zo goed als onkwetsbaar.
De kraai beschermd hem en wat de kraai ziet kan doorgegeven worden aan de man, zodat die dit ook ziet.
De TV-serie is erg leuk om naar te kijken, de films zijn een stuk geweldadiger.
Profetie
Kraaien en Raven zijn van oudsher verbonden met het profeteren.
Zoals we hierboven al zagen zijn ze verbonden met zowel deze als de Andere Wereld en worden ze wel
als boodschappers van de Andere Wereld gezien. Meestal wordt de vlucht van deze vogels geïnterpreteerd als
een goed of slecht voorteken, wanneer een Raaf of een Kraai op het dak van een huis lande, werd dat als een
slecht teken gezien. Wanneer Kraaien een bepaald gebied verlieten werdt dat als een slecht voorteken gezien
(Daimler Blz.48-49).
In het oude Egypte werdt het zien van één kraai als een slecht voorteken gezien, terwijl twee kraaien
een huwelijk zouden aankondigen, aangezien kraaien monogaam zijn en hun hele leven bij elkaar blijven
(Sax Blz.41-42).
Huidige kennis over Kraaien en Raven
Vogels zijn de directe afstammelingen van de dinosauriërs, er is geen duidelijke scheidslijn tussen de vogels en de
dinosauriërs (Ackerman Blz.56).
De moderne mens (Homo sapiens) verscheen ongeveer 300.000 jaar geleden
(Beyens Blz.11 en
Wikipedia)
doch de Raaf als soort is veel ouder dan de mens, de Raaf is al zo´n 3.000.000 jaar oud!
(Beyens Blz.14).
De Raaf komt dan ook al voor op oude grotschilderingen, de
Magdalénienmensen (18.000 tot 10.000 jaar geleden)
hadden 22 vogels afgebeeld, waarvan archeologen er 11 konden identificeren, waaronder een zeer gedetaileerde afbeelding
van een Raaf (Beyens Blz.17).
Een van de oudste Ravenvondsten zijn twee skeletten van rond de 10.500 en 9500 jaar oud gevonden in Canada,
waar ze door Paleo-Amerikanen waren begraven en ook in Europa begroef men Raven, o.a. in Nederland en Duitsland.
In het Engelse Danebury (periode 550 tot 1 voor nul)
vondt men een aantal skeletten van Raven die heel oud waren geworden, de skeletten vertoonden artritus
(Beyens Blz.19-21).
We zien Raven op oude munten en schilden en botten van Raven zijn gevonden bij offerplaatsen van de Kelten op het vaste land
(Daimler Blz.48).
Raven kunnen in gevangenschap zo'n 40 jaar oud worden, de Britse ornitholoog
Ratcliffe vermeldt in zijn boek The Raven een Raaf die
80 jaar oud geworden zou zijn! Van Raven met een ring is geconstateerd dat ze ongeveer 20 jaar oud kunnen worden en in het wild worden ze
vaak slechts 5 tot 12 jaar oud
(Beyens Blz.37).
Kraaien kunnen zo'n 20 jaar oud worden, de oudste in het wild levende Kraai werd zo'n 30 jaar oud en in gevangenschap zouden
Kraaien zo'n 60 jaar oud kunnen worden
(Zie Wikipedia).
Kraaien en Raven zijn intelligente vogels. Het brein van de Kraai weegt zo'n 2,3% van z'n totale lichaamgewicht
en het brein van een Raaf weegt zo'n 1,3% van z'n lichaamsgewicht.
Ter vergelijking; het brein van de moderne mens weegt zo'n 1,5% van z'n totale lichaamsgewicht.
Het Ravenbrein weegt dan toch nog zo'n 12 tot 17 gram, wat het in absolute termen
tot de zwaarste hersenen van alle vogels maakt. Deze vogels zijn veel slimmer dan nodig is om te overleven, ze lijken daarom vaak
verveeld en verzinnen spelletjes om zich te amuseren
(Sax Blz.21).
Ook het aantal verbindingen van neuronen in het cortex achtige gebied is bij de kraaiachtigen veel hoger, wat duid op een grotere
rekencapaciteit en wat een verklaring kan geven voor de complexe gedragingen en cognitieve vaardigheden die we bij deze vogels zien
(Ackerman Blz.67).
Ongeveer 75% van de menselijke voorhersenen is cortex en dit is tevens het geval bij kraaiachtigen en papegaaien
(Ackerman Blz.71).
Kraaien en Roeken kunnen gereedschap gebruiken om bij voedsel te komen, ze kunnen dit gereedschap van te voren bewerken zodat het de
vereiste vorm heeft, bijvoorbeeld een haak
(Beyens Blz.66 &
Emery Blz.130-133).
Kraaien kunnen ook gereedschap maken om daarmee een ander gereedschap te maken,
Kraaien kunnen dus een aantal stappen vooruit denken.
Een Kraai genaamd 007 kon een probleem oplossen waarbij 8 stappen vooruit gedacht moest worden!
(Zie Ackerman Blz.26,
Emery Blz.128 &
BBC).
Kraaien en Raven kunnen gezichten van mensen herkennen en zo´n drie jaar lang onthouden
(Emery Blz.100)
en kunnen zichzelf herkennen in een spiegel.
Men had een gekleurd stipje op de nek vlak onder de snavel geplakt van een Ekster (kraaienfamilie)
zodat deze die niet kon zien, toen deze zichzelf in de spiegel zag, ondernam die meteen actie om het stipje bij zichzelf te verwijderen
(Emery Blz.138).
Kraaien en Raven kunnen problemen oplossen die kinderen pas rond hun achtste levensjaar kunnen oplossen
(Emery Blz.134),
Raven en Kraaien zijn net zo slim als apen en dolfijnen en kinderen van rond de acht jaar oud
(Emery Blz.161).
Kraaien en Raven
Kraaien en Raven zijn samen met Papegaaien de intelligentsten onder de vogels.
Ze hebben de moderne mens zien ontstaan en zijn in diverse scheppings mythologiën verbonden met ons ontstaan.
Raven en Kraaien zijn verbonden met de Goden en Godinnen en vormen een connectie met de Andere Wereld.
Ze zijn verbonden met denken, geheugen, zijn brengers van het licht en verbonden met de dood.
Het zijn indrukwekkende en mysterieuze vogels!
De Godin Baduhenna en Kraaien
Er zijn geen historische bronnen die de Godin Baduhenna verbinden met de Kraai of de Raaf.
Doch aangezien de Gallische oorlogsgodin Cathbodua (Oorlogskraai) en de Keltische oorlogsgodin Badb
en de Morrigan verbonden zijn met Kraaien en Raven, is het geen al te fantastische aanname
dat de Godin Baduhenna ook verbonden zou kunnen zijn geweest met Kraaien en Raven.
Enkele leuke links naar artikeljes en video´s over intelligente Kraaien en Raven:
Tot slot een mooi nummer van Omnia over een Raaf
naar een gedicht van Edgar Allan Poe
(NL-versie)
Omnia - The Raven
Once upon a midnight dreary, while I pondered, weak and weary,
Over many a quaint and curious volume of forgotten lore,
While I nodded, nearly napping, suddenly there came a tapping,
As of someone gently rapping, tapping at my chamber door.
"´Tis some visitor, " I muttered, "tapping at my chamber door
Only this, and nothing more."
Ah, distinctly I remember it was in a bleak December,
And each separate dying ember wrought its ghost upon the floor.
Eagerly I wished the morrow;- vainly I had sought to borrow
From my books surcease of sorrow- sorrow for the lost Lenore-
For the rare and radiant maiden whom the angels name Lenore-
Nameless here for evermore.
And the silken sad uncertain rustling of each purple curtain
Thrilled me- filled me with fantastic terrors never felt before;
Presently to still the beating of my heart, I stood repeating,
"´Tis some visitor entreating entrance at my chamber door
Some late visitor entreating entrance at my chamber door;
Merely this, and nothing more."
Out into the darkness peering, long I stood there wondering, fearing,
Doubting, dreaming dreams no mortal ever dared to dream before;
But the silence was unbroken, and the stillness gave no token,
And the only word there spoken was the whispered word, "Lenore!"
This I whispered, and an echo murmured back the word, "Lenore!"
Merely this, and nothing more.
Back into the chamber turning, all my soul within me burning,
Soon again I heard a tapping somewhat louder than before.
"Surely, " said I, "surely that is someone at my window lattice:
Let me see, then, what thereat is, and this mystery explore
Let my heart be still a moment and this mystery explore,
´Tis the wind and nothing more."
Open wide I flung the shutter, when, with many a flirt and flutter,
In there stepped a stately Raven of the saintly days of yore;
Not the least obeisance made he; not a minute stopped or stayed he;
But, with mien of lord or lady, perched above my chamber door
Perched upon a bust of Pallas just above my chamber door
Perched, and sat, and nothing more.
Soon that ebony bird beguiling my sad fancy into smiling,
By the grave and stern decorum of the countenance it wore.
"Though thy crest be shorn and shaven, thou, " I said, "art sure no craven,
Ghastly grim and ancient raven wandering on the Nightly shore
Tell me what thy lordly name is on this Night´s Plutonian shore!"
Quoth the Raven, "Nevermore."
Now the Raven, sitting lonely on the placid bust, spoke only
That one word, as if his soul in that one word he did outpour.
Nothing further then he uttered- not a feather then he fluttered
Till I scarcely more than muttered, "other friends have gone before
On the morrow he will leave me, as my hopes have flown before."
Quoth the Raven, "Nevermore."
Then methought the air grew denser, perfumed by an unseen censer
Swung by Seraphim whose footfalls tinkled on the tufted floor.
Once more on the velvet sinking, I betook myself to linking
Fancy unto fancy, thinking what this ominous bird of yore
What this grim, ungainly, ghastly, gaunt and ominous bird of yore
Meant in croaking "Nevermore."
"Prophet!" said I, "thing of evil!- prophet still, if bird or devil!
Whether Tempter sent, or whether tempest tossed thee here ashore,
Desolate yet all undaunted, on this desert isle enchanted
On this home by horror haunted- tell me truly, I implore
Is there- is there balm in Gilead?- tell me- tell me, I implore!"
Quoth the Raven, "Nevermore."
"Prophet!" said I, "thing of evil- prophet still, if bird or devil!
By that Heaven stretched above us- by that God we both adore
Tell this soul with sorrow laden if, within the distant Aidenn,
It shall clasp a sainted maiden whom the angels name Lenore
Clasp a rare and radiant maiden whom the angels name Lenore."
Quoth the Raven, "Nevermore."
"Be that word our sign in parting, bird or fiend, " I shrieked, upstarting
"Get thee back into the tempest and the Night´s Plutonian shore!
Leave no black plume as a token of that lie thy soul hath spoken!
Leave my loneliness unbroken!- quit the bust above my door!
Take thy beak from out my heart, and take thy form from off my door!"
Quoth the Raven, "Nevermore."
Now the Raven, never flitting, still is sitting, still is sitting
On the pallid bust of Pallas just above my chamber door;
And his eyes have all the seeming of a demon´s that is dreaming,
And the lamplight o´er him streaming throws his shadow on the floor;
And my soul from out that shadow that lies floating on the floor
Will be lifted- nevermore!
Songwriters: Edgar Allan Poe
Jennifer van der Harten / Steve Evans-van der Harten
© Tekst en muziek Omnia