De geschiedenis van deze Godinnen is versluierd door de geschiedenis.
Zowel de Godin Boudunnea als de Godin Baduhenna zijn strijdgodinnen.
De Godin Baduhenna
Men komt verschillende schrijfwijzen tegen voor de naam van de Godin Baduhenna: Baduenna, Baduhennae.
"Badu" komt waarschijnlijk van het Germaanse woord ´Badwa´ = ´strijd´.
Het tweede deel van Haar naam is de vervoeging ´hennae´, de extra ´e´ kan een meervoudsvorm aangeven
of een derde naamval zijn. Uit de context blijkt dat het hier niet om een meervoudsvorm maar om een derde naamval gaat.
Op Taaldracht.nl lezen we dat de Germaanse - H - vaak een overgangsletter is
die vaak ook als een - W - gelezen kan worden.
De Oostenrijkse woordkundige Theodor von Grienberger leest de naam zodoende als Oudgermaans Baduwenno. Dit tweede lid, wenno,
is een vrouwelijke afleiding bij het werkwoord wennanan "strijden, zich inspannen, streven, verkrijgen, zegevieren",
de voorloper van Fries winne en Nederlands winnen. Met Von Grienberger kunnen wij de naam dan uitleggen als "zij die verkrijgt in de strijd".
Één van de aspecten van de Godin Baduhenna zou dan een wraakgodin kunnen zijn, een Furie
danwel een Walkure
(zie Taaldracht.nl).
De Godin Baduhenna is dus een Godin van de strijd, ze brengt ons naar de overwinning en de oorlogsbuit.
Daarmee heeft ze ons in de eerste eeuw van de jaartelling bevrijdt van de Romeinse bezetters.
De Godin Boudunnea
Gevonden schrijfwijzen van de naam van de Godin Boudunnea zijn: Boudunneihis, Boudunneae, Boudunnehae en Boudimnae.
Het eerste deel van de naam van de Godin Boudunneae: ´Boudu´ is waarschijnlijk een vorm van het Keltische
(Gallische) ´Boudi´ en betekend ´overwinning´.
Het tweede deel van Haar naam is de vervoeging ´neae´ en we komen ook ´nehae´ tegen,
de extra ´e´ kan een meervoudsvorm zijn of een derde naamval, dat kunnen we alleen uit de context van de gehele zin opmaken.
Op de votiefsteen zien we dat de Godin Boudunneae matroon genoemd word en driemaal afgebeeld is zodat we er vrij eenvoudig van uit
kunnen gaan dat met ´neae´ hier een meervoud aangeduid word.
Boudunnea is dus een matronennaam en verwijst naar een groep van drie matronen.
De Godin Boudennea is een drievoudige Keltische Godin van de strijd, van de overinning.
De naam van de Godin Boudunnea is ons alleen bekend vanuit twee aan haar gewijde votiefstenen die bij Keulen zijn gevonden, zoals hiernaast afgebeeld.
Meer info over deze stenen:
www.uni-koeln.de - Universiteit van Keulen
De Godin Baduhenna en Badb
De Godin van de strijd is bij de Kelten ook bekent onder de naam Badb, wat kraai kan betekenen.
De Godin Badb kan tijdens de strijd als een kraai verschijnen en verwarring zaaien.
Omdat Zij uit het niets kon verschijnen in de vorm van een kraai werd Zij in verband
gebracht met helderziendheid.
Ze was de boodschapper van de dood.
De naam Badb wordt ook wel in verband gebracht met dat wat de strijd opleverd; de oorlogsbuit
(Ó hÓgáin Blz.27).
Ook voor deze betekenis vinden we paralellen met de betekenis van de naam van de Godin Baduhenna, waarvoor we hierboven zagen dat
Baduhenna ook "zij die verkrijgt in de strijd" kan betekenen.
In de oude Ierse tekst "The Wooing Of Emer" spreekt men van het
woud van Badb, wat associaties oproept met het woud van Baduhenna, wat deze Godinnen in verband brengt met de bossen, het land en
soevereiniteit.
De Godin Badb en Baduhenna zijn door historici echter nooit met elkaar in verband gebracht, hiervoor ontbreekt iedere historische aanwijzing.
Doch de overeenkomsten zijn frapant!